Op 30 april 1985, meer dan 38 jaar geleden, overleed in Bennekom op 75-jarige leeftijd Dr. Pieter Veening. Voor de Texelaars die "de oorlog hebben meegemaakt" ongetwijfeld een bekende naam.
Hij was sinds 1941 chirurg in het noodziekenhuis in Den Burg en was in april 1945 één van de eersten die vermoedde dat tijdens de opstand van de Georgiërs de situatie op Texel wel eens flink uit de hand zou kunnen lopen…
Veening werd in zijn chirurgische loopbaan tweemaal opgeroepen in militaire dienst; vanaf 1 september 1939 was hij bataljonsarts bij de infanterie en in de meidagen van 1940 gestationeerd in Veenendaal.
Na de oorlog was hij tijdens de 'politionele acties' in Indonesië van 1946 tot 1949 hoofd van de chirurgische afdeling van de Militair Geneeskundige Dienst in Palembang. Hij overleefde daar een ernstige vorm van buiktyfus.
Veening kreeg een chirurgisch-urologische opleiding in het voormalig ziekenhuis Het Binnengasthuis te Amsterdam. Na hoofdassistent geweest te zijn, werd hij in 1941 benoemd tot directeur van het noodziekenhuis op Texel. Vanwege de slechte verbindingen met de vaste wal was het noodzakelijk gebleken tot de oprichting van een noodziekenhuis op het eiland in 1940. Het ziekenhuis werd ondergebracht in Huize “Irene”, het voormalige "Gesticht van Weldadigheid" (ongeveer op de plek van verpleeghuis Hollewal). Ondanks het feit dat in dit ziekenhuis ook Duitsers behandeld moesten worden, meende het illegale 'Medisch Contact' dat Veening naar Texel moest gaan om er zo voor te zorgen dat er geen NSB-arts op die positie terecht zou komen.
In april 1945 maakte hij de opstand van de Georgiërs mee en heeft, samen met twee wijkzusters en het vaste tijdelijke personeel, een belangrijke bijdrage geleverd aan het verlenen van hulp aan de slachtoffers die in het ziekenhuis werden binnengebracht. Voor zijn activiteiten tijdens de oorlog werd aan hem in februari 1984 in het raadhuis in Den Burg het Verzetsherdenkingskruis uitgereikt.
Na de opheffing van het ziekenhuis op het eiland (na de bevrijding), verhuisde de familie Veening naar Arnhem. Nauwelijks drie maanden later moest hij echter al naar Indonesië. Bij zijn terugkomst oefende hij als buitenstaflid aan drie ziekenhuizen zijn praktijk uit tot 1969. Uiteindelijk werkte hij tot 1975 in het streekziekenhuis in Bennekom en werd nadien hoofd van de trombosedienst van de Neder-Veluwe…